Latijnse naam: - Nederlandse naam: Zilverbekje X Japanse meeuw Land van herkomst: Gedomesticeerd Grootte: 10-13cm Gewicht: 12 gram Leeftijd: 3-5 jaar Ringmaat: 2.3
Onderscheid: Er is geen uiterlijkonderscheid tussen mannen en vrouwen. Alleen de mannetjes zingen. Daarom is het moeilijk te zien wat de onderlinge verschillen zijn. Ze zijn vaak bruinrood achtig met een lichtere buik en een licht gestreepte zij kant.
Gedrag: Het is een levendige, sociale en verdraagzame vogel, hij is goed samen te houden in een gemengde voliere. Meerdere koppels samen houden in een volière heeft de voorkeur boven een koppeltje. Als ze allen zitten kunnen ze zich nog wel eens vereenzamen.
Broedgelegenheid: Zilverbekje X Japanse meeuwtjes zijn goede kwekers en broeden bijna in alle soorten nesten veelal in open kastjes maar ook kleine broedhokjes met een hoogte 15 cm, een doorsnee van 10 cm met een invlieggat met een diameter van 3 cm worden geaccepteerd. Als er geen broedgelegenheid voorhanden is broeden ze zelfs op een richel of op de grond. Het is verstandig meer nestblokken, dan de koppels, te verstrekken zodat de ze zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan droog gras, uitgeplozen sisaltouw en kokosvezel gebruikt worden. Hou er wel rekening mee dat sommige dieren onvruchtbaar kunnen zijn. dit komt door de kruising waardoor er bepaalde genen niet aanwezig zijn.
Kweek: Het legsel bestaat uit 4-7 witte eitjes, die door beide ouders bebroed worden. Na 12-14 dagen komen de jongen uit het ei, waarna ze nog 21 dagen wachten vooraleer ze uitvliegen. In de regel kan er met een dag of 7-8 worden geringd. Ze worden dan ook nog zo'n 2 weken gevoerd door de ouders.
Behuizing / voliere: Het ilverbekje X Japanse meeuwtjes kunnen buiten worden gehouden in de zomer en winter. Zorg er wel voor dat er een overdekte ruimte is. Als het koud zou worden gaan ze makkelijk een nest in om uit de kou te blijven. Deze nesten bouwen zij zelf van alles wat zij vinden op de grond zoals takjes, blaadjes, veertjes enz. Wat extra nestmateriaal geven kan zeker nooit kwaad. De Zilverbekje x Japanse meeuwen zitten bij ons samen met nog enkele andere vogels. Dit geeft geen problemen voor voedsel of nestgelegenheid. De grote van de gehele volière is 12.00 meter lang x 3.00 meterbreed x 3.00 meter hoog.
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast.
Voeding: Tropisch zaad, meelwormen, groente en fruit. Uiteraard moet er altijd grit of maagkiezel aanwezig zijn.
Latijnse naam: Lonchura oryzivora domestica Nederlandse naam: Rijstvogel Land van herkomst: Indonesië; op de eilanden Java, Bali en Bawean. Overige landen: Vanuit hun oorspronkelijke gebieden zijn ze geïntroduceerd of soms ontsnapt en zijn er populaties ontstaan in Zuidoost-Azië,in sommige delen van India, Skri Lanka, Birma, Thailand, Filipijnen, Hawai en zelfs in de Verenigde Staten, die zelfs een import verbod heeft ingevoerd omdat ze zich nogal snel voortplantten en zelfs bijna een plaag werden. Grootte: 13-14 cm, nieuwe standaard voor shows: 15 cm Gewicht man: 12 gram, Gewicht vrouw: 12 gram. Leeftijd: 4-5 jaar Ringmaat: 3.2 / 3.3 mm
Onderscheid man/vrouw: Een geoefend oog kan het verschil zien aan de snavel, die bij de man wat forser en roder is. Verder kan je via een goede observatie bepalen of een dier een mannetje of een vrouwtje is. Het zijn namelijk alleen de mannetjes die zingen dat lijkt op het klingelen van een belletje.
Gedrag: Het is een rustige vogel die graag leeft in kleine groepjes. Als ze alleen worden gehouden willen ze zich nog wel eens vereenzamen. Een groep kan bestaan van 10 tot 15 vogels.
Voliere: De rijstvogels zitten bij ons samen met fazanten. Dit geeft geen problemen voor voedsel of nestgelegenheid. De grote van de gehele voliere is 8.00 meter lang x 2.00 meter breed x 2.00 meter hoog.
Broedgelegenheid: Rijstvogels zijn redelijk goede kwekers en broeden bijna in alle soorten nestkastjes en broedblokken en zelfs in spleten en boomstronken. Het invlieggat moet wel 5 cm of groter zijn en de maat van de broedgelegenheid zal minimaal de 30 x 25 x 25 cm moeten meten. Bijna in alle soorten nesten, veelal in open kastjes, maar ook kleine broedhokjes met een hoogte 15 cm, een doorsnee van 10 cm met een invlieggat met een diameter van 3 cm worden geaccepteerd. Als er geen broedgelegenheid voorhanden is broeden ze zelfs op een richel of op de grond. Het gebeurt regelmatig dat de dieren bij elkaar in de nesten gaan broeden als je ze in groepjes houd. Het is verstandig meer nestblokken, dan de koppels, te verstrekken zodat de ze zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan kokosvezel of hooi gebruikt worden.
Kweek: Het legsel bestaat uit 4-6 witte eitjes, die door beide ouders bebroed worden. Na 12 tot 15 dagen komen de jongen uit het ei. Na 21 tot 22 dagen vliegen de jongen uit. Na nog ca. 2 weken wachten zijn ze zelfstandig. In de regel kan er met een dag of 7 á 9 worden geringd. Rijstvogels kunnen wel 4 broedsels per jaar groot brengen. Paart men een grijze man aan een witte pop, dan blijven de bonte jongen ook na de rui meestal bont. Is de pop grijs en de man wit, dan is de kans op broedresultaat niet zo groot.
Behuizing: Rijstvogels kunnen buiten worden gehouden in ze zomer en winter. Zorg er wel voor dat er een overdekte ruimte is. Als het koud zal worden gaan ze makkelijk een nest in om uit de kou te blijven. Deze nesten buwen zij zelf van alles wat zij vinden op de grond zoals takjes, blaadjes, veertjes enz. Wat extra nestmateriaal geven kan zeker geen kwaad.
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast.
Voeding: Tropisch zaad, insecten, ongepelde rijst, groente en fruit. Uiteraard moet er altijd grit of maagkiezel aanwezig zijn.
Domestica: De rijstvogels, welke als een van de eerste prachtvinken soorten in de begin jaren van de 18de eeuw werden ingevoerd, zijn inmiddels gedomesticeerd. De rijstvogel heeft, al dan niet gewild, door veelvuldige kweek, zowel een negatieve als een positieve kweekselectie ondergaan. Het gevolg is afwijkingen in formaat, model, kleur en tekening. Alleen al door deze feiten kan gesteld worden, dat binnen het keuren de rijstvogel, Lonchura Oryzivora, is gedomesticeerd. Naast de variatiebreedte binnen de soort is, als gevolg van de domesticatie, ook een aantal kleurmutaties ontstaan. Zelfs de witte en bonte vorm komen in de natuur niet voor. Dit zijn gedomesticerde kleuren.
Latijnse naam: Serinus canaria Nederlandse naam: Kanarie Land van herkomst: Europa, Azië en Noord-Afrika. Grootte: 12-13cm Gewicht man: 20 gram Gewicht vrouw: 20 gram Leeftijd: 10-13 jaar Ringmaat: 2.9 cm
Onderscheid: Mannen en poppen zijn moeilijk uit elkaar te halen. Ze hebben gelijke grote en omvang. Het enigste verschil dat is dat de man zingt en de vrouw niet.
Voliere: Grote 3 meter lang x 2 meter breed x 2 meter hoog.
Broedblok: Kanaries broeden bijna in alle soorten nesten, veelal in open kastjes maar ook kleine broedhokjes met een hoogte 15 cm, een doorsnee van 10 cm met een invlieggat met een diameter van 4 cm worden geaccepteerd. Als er geen broedgelegenheid voor handen is broeden ze zelfs op een richel of op de grond.
Kweek: Kanaries zijn met 5 maand geslachtsrijp en kunnen dan ook al ingezet worden voor de kweek. Het is verstandig meerdere nestblokken te verstrekken zodat de kanaries zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan kokosvezel of hooi gebruikt worden. De pop legt 4 tot 6 eitjes waar elke dag 1 van. Meestal begint het koppel bij het 3e eitje te broeden. Om de 1 à 2 uur wisselen de pop en de man af om de eieren te broeden. Het eerste jong wordt na ongeveer 12 - 14 dagen geboren. De jongen moeten op een leeftijd van ca. 7 dagen worden geringd. Na ca. 10 dagen zijn bij de jongen de staart- en vleugelpennen zichtbaar en na 20 dagen zitten ze voor ongeveer 75% in de veren. De jongen verlaten meestal rond de 20e dag het nest. Twee weken nadat de jongen zijn uitgevlogen zijn ze zelfstandig en kunnen ze bij de ouders vandaan gehaald worden. 2 à 3 maanden later zullen de jongen op kleur zijn.
Behuizing: Buitenvolière. Vorstvrij.
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast.
Voeding: Tropisch zaad, groente en fruit. Uiteraard moet er altijd grit of maagkiezel aanwezig zijn.
Latijnse naam: Lonchura domestica Nederlandse naam: Japanse meeuw Land van herkomst: Gedomesticeerd Grootte: 10-13cm Gewicht man: 12 gram Gewicht vrouw: 12 gram Leeftijd: 4-5 jaar Ringmaat: 2.9
Onderscheid: Er is geen uiterlijkonderscheid tussen mannen en vrouwen. Alleen de mannetjes zingen. Daarom is het moelijk te zien wat de onderlinge verschillen zijn. Ze zijn overwegend zwart of bruin op de kop met een glanzende snavel. De onderbuik bestaat uit zwart-witte veertjes. De borst is ook zwart of bruin, afhankelijk van de kleurslag. Er zijn sinds de jaren 50 verschillende diverse kleuren gekweekt, zoals de zwartbruine Japanse meeuw, de bonte Japanse meeuw, een volledig witte Japanse meeuw, zwartbruine en zwartgrijze dieren, roodbruine en pastelroodbruin, de roodgrijze Japanse meeuw, zwarte en de crème. Gedrag: Het is een rustige vogel die graag leeft in kleine groepjes. Als ze alleen worden gehouden willen ze zich nog wel eens vereenzamen. Een groep kan bestaan uit 10 tot 15 vogels.
Voliere: De japanse meeuwen zitten bij ons samen met nog enkele andere vogels. Dit geeft geen problemen voor voedsel of nestgelegenheid. De grote van de gehele volière is 8.00 meter lang x 2.00 meter breed x 2.00 meter hoog.
Broedgelegenheid: Japanse meeuwtjes zijn goede kwekers en broeden bijna in alle soorten nesten veelal in open kastjes maar ook kleine broedhokjes met een hoogte 15 cm, een doorsnee van 10 cm met een invlieggat met een diameter van 3 cm worden geacepteerd. Als er geen broedgelegenheid voorhanden is broeden ze zelfs op een richel of op de grond. Het gebeurt regelmatig dat de dieren bij elkaar in de nesten gaan broeden als je ze in groepjes houd. Het is verstandig meer nestblokken, dan de koppels, te verstrekken zodat de ze zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan kokosvezel of hooi gebruikt worden.
Kweek: Het legsel bestaat uit 4-7 witte eitjes, die door beide ouders bebroed worden. Na 14 dagen komen de jongen uit het ei, waarna ze nog 2 weken wachten vooraleer ze uitvliegen. In de regel kan er met een dag of 7 worden geringd. Ze worden dan ook nog zo'n 2 weken gevoerd door de ouders.
Behuizing: Japanse meeuwtjes kunnen buiten worden gehouden in de zomer en winter. Zorg er wel voor dat er een overdekte ruimte is. Als het koud zou worden gaan ze makkelijk een nest in om uit de kou te blijven. Deze nesten bouwen zij zelf van alles wat zij vinden op de grond zoals takjes, blaadjes, veertjes enz. Wat extra nestmateriaal geven kan zeker geen kwaad.
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast.
Voeding: Tropisch zaad, groente en fruit. Uiteraard moet er altijd grit of maagkiezel aanwezig zijn.
Latijnse naam: - Nederlandse naam: Ceres amadine X Japanse meeuw Land van herkomst: Gedomesticeerd Grootte: 10-12 cm Gewicht: 12 gram Leeftijd: 3-5 jaar Ringmaat: 2.5
Onderscheid: Er is geen uiterlijkonderscheid tussen mannen en vrouwen. Alleen de mannetjes zingen. Daarom is het moeilijk te zien wat de onderlinge verschillen zijn. Ze zijn overwegend zwart of bruin op de kop met een glanzende snavel. De onderbuik bestaat uit bruin-witte veertjes. De borst is ook bruin-wit. afhankelijk van de kleurslag waar ze mee gekruist zijn.
Gedrag: Het is een rustige vogel die graag leeft in kleine groepjes. Als ze alleen worden gehouden willen ze zich nog wel eens vereenzamen. Een groep kan bestaan uit 10 tot 15 vogels.
Broedgelegenheid: Cerces amadine X Japanse meeuwtjes zijn goede kwekers en broeden bijna in alle soorten nesten veelal in open kastjes maar ook kleine broedhokjes met een hoogte 15 cm, een doorsnee van 10 cm met een invlieggat met een diameter van 3 cm worden geaccepteerd. Als er geen broedgelegenheid voorhanden is broeden ze zelfs op een richel of op de grond. Het gebeurt regelmatig dat de dieren bij elkaar in de nesten gaan broeden als je ze in groepjes houd. Het is verstandig meer nestblokken, dan de koppels, te verstrekken zodat de ze zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal kan droog gras, mos, uitgeplozen sisaltouw en kokosvezel gebruikt worden.
Kweek: Het legsel bestaat uit 4-7 witte eitjes, die door beide ouders bebroed worden. Na 12-14 dagen komen de jongen uit het ei, waarna ze nog 21 dagen wachten vooraleer ze uitvliegen. In de regel kan er met een dag of 7-8 worden geringd. Ze worden dan ook nog zo'n 2 weken gevoerd door de ouders. Hou er wel rekening mee dat sommige dieren onvruchtbaar kunnen zijn. dit komt door de kruising waardoor er bepaalde genen niet aanwezig zijn
Behuizing / voliere: Cerces amadine X Japanse meeuwtjes kunnen buiten worden gehouden in de zomer en winter. Zorg er wel voor dat er een overdekte ruimte is. Als het koud zou worden gaan ze makkelijk een nest in om uit de kou te blijven. Deze nesten bouwen zij zelf van alles wat zij vinden op de grond zoals takjes, blaadjes, veertjes enz. Wat extra nestmateriaal geven kan zeker geen kwaad. De Cerces amadine x Japanse meeuwen zitten bij ons samen met nog enkele andere vogels. Dit geeft geen problemen voor voedsel of nestgelegenheid. De grote van de gehele volière is 12.00 meter lang x 3.00 meter breed x 3.00 meter hoog.
Temp/ Luchtvochtigheid: Wintervast.