1

Auteur Meerzoo

Latijnse naam: Capridae hircus

Nederlandse naam: Dwerggeiten.

Land van herkomst: Afrika.

Grootte: een volwassen dwerggeit is 45 tot 55 cm, die van een bok 50 tot 60 cm.

Gewicht: 25/50 kg.

Leeftijd: 15 tot 20 jaar.

Ringmaat: Oorlabels

Kleur man: zwart, wit, bont, reebruin, black and tan en schimmel. Kleur vrouw: zwart, wit, bont, reebruin, black and tan en schimmel.

Man/ Vrouw: De schofthoogte van een volwassen dwerggeit (vrouwelijk dier) bedraagt 45 tot 55 cm en van bok (mannelijk dier) 50 tot 60 cm.

Kweek: De dracht duurt gemiddeld 145 dagen. Vier dagen minder of zelfs een week langer is ook mogelijk. In de eerste maanden van de dracht zal er uiterlijk weinig veranderen bij de aanstaande moeder. In de moederbuik ontwikkelt zich het nieuwe leven. Het is niet direct noodzakelijk om hier bij het voederen rekening mee te houden. Te veel voedsel in de eerste drie maanden na de dekking kan leiden tot te vette Dieren wat vervelende gevolgen kan hebben. Maar zo’n zes weken voor de geboorte verdient het aanbeveling om de geit wat extra voer te geven. In deze zes weken verdubbelt de foetus in gewicht. De gehele geboorte heeft zo’n 1 à 2 uur geduurd, gemeten vanaf het moment van de eerste weeën. Lammetjes: Een lammetje kan na ongeveer drie maanden zonder moedermelk en kan dan ook pas weg bij de moeder. Indien een lammetje eerder weg gaat dan zal er zelf met de fles moeten worden bijgevoerd tot de leeftijd van 3 maanden. Eerst en vooral als het mogelijk is moet men er voor zorgen dat het lammetje de eerste biest van de moeder gedronken heeft. Deze biest kan men afmelken bij de „moedergeit” of men kan tabletten biestemelk kopen in een Dierenarts of bij de Dierenwinkel. Als melk kan men poedermelk nemen maar het gaat even goed met VOLLE koemelk gewoon uit de supermarkt in dozen. In de praktijk groeien ze met deze melk net zo goed. Behuizing: Een vorstvrij nachthok, waar ze ook in de schaduw kunnen, een groot stuk hoog omheind gras.

Temp/ Luchtvochtigheid: Geiten hebben een hekel aan regen dus een droog schuilhok is van belang. Voeding: een flinke hoeveelheid ruwvoer, een beetje krachtvoer eventueel aangevuld met gedroogd oud brood en onbeperkt vers water. Ruwvoer bevat veel massa en weinig energie. gras hooi en stro, Als lekkernij vinden geiten bijvoorbeeld brood, bladeren of appels ook heel lekker. rundvee A brokken, kalveropfokkorrel, geitenbrokken of hertenbrok. Wormen: Deze kunnen bij dwerggeiten veel voorkomen. Daarom is het noodzakelijk om enkele keren per jaar te ontwormen. Te vaak ontwormen is ook niet goed want dit verhoogt de kans op resistentie.Op een weiland waar eerder schapen of geiten gelopen hebben kunnen geïnfecteerde larven terecht komen. Wanneer deze larven door de dwerggeiten, en met namen de lammeren, worden opgenomen kan dit ziekteverschijnselen opleveren. Deze verschijnselen zijn niet altijd even duidelijk. Meestal ziet u dat de mest niet normaal (korrels) is maar een dikke klont of zelfs diarree. Ontwormen kan door middel van een injectie, door een vloeibaar middel oraal toe te dienen of door een pilletje in te geven. Dit pillen is erg zorgvuldig werk. Zorg er voor dat de pil in de slokdarm en niet in de luchtweg komt.

De belangrijkste punten bij het ontwormen zijn: 1. Ontworm alle Dieren in het voorjaar voordat ze naar buiten gaan. 2. Gebruik een goed ontwormingsmiddel. Raadpleeg hiervoor uw Dierenarts. 3. Dien de juiste dosering toe. Dit is afhankelijk van het lichaamsgewicht van de geit 4. Ontworm de lammeren als ze minimaal vier tot zes weken oud zijn en minstens twee weken in de weide hebben gelopen. 5. Ontworm niet vaker dan nodig om resistentie te voorkomen. Niet ontwormen is in dit geval beter dan slecht ontwormen.

Hoogte omheining: De hoogte van het gaas moet ongeveer een meter zijn. In de meeste gevallen is 80 cm ook genoeg maar sommige dwerggeiten kunnen behoorlijk springen, dus het is beter om wat hoger aan te houden.

Lammetjes: De voeding van een lammetje bestaat voornamelijk uit melk. Vooral de eerste biestemelk na de geboorte is van groot belang. Verschillende malen „duiken” ze onder hun moeder om te drinken. Reeds heel vroeg, na een twee-tal weken beginnen de lammetjes te „proeven” van de korrels. Fijne sprietjes hooi of gras komen geleidelijk aan ook op het menu.Een lammetje kan na ongeveer drie maanden zonder moedermelk.