1

nleiding

Over Thamnophissen wordt in de literatuur maar weinig geschreven. De redenen hiervoor zijn, naar mijn mening, dat Thamnophissen veelal worden gezien als een beginnersslang, helaas moet ik de mensen die er zo over denken teleurstellen vooral om het feit dat de groep Thamnophishouders in Nederland langzaam maar zeker groter wordt, en niet zo spectaculair zijn als de muizen etende slangen, een ander punt kan wezen dat doordat deze dieren vis eten hun ontlasting meer „stinkt” dan niet viseters. Ik ben van mening dat als men vindt dat Thamnophissen „stinken” de verzorgers er ook invloed op hebben, regelmatig ontlasting uit het terrarium halen. Het is wel zo dat deze dieren iets meer ruiken van niet viseters, maar na mijn mening valt het reuze mee, ik vind een kaatsbaan vele malen erger. Het is jammer als dat de redenen zouden zijn om deze dieren niet aan te schaffen, daar het toch een van de leukere en zeker een van de actiefste slangen zijn die ik ken. De reden dat deze dieren zo actief zijn heeft volgens mij te maken met het feit dat ze door hun lichtverteerbare voedsel de hele dag actief op zoek moeten gaan naar voedsel. Thamnophissen zijn ook hele nieuwsgierige en zachtaardige dieren, je kan er bijna alles mee doen, uiteraard in het redelijke, zonder dat ze agressief worden. Er zijn een kleine vijftig soorten en ondersoorten bekend en beschreven. Ik wil mij beperken tot de soorten en ondersoorten die ik nu in mijn bezit heb en in het verleden in mijn bezit had. Hieronder volgt een lijst met namen van de soorten en ondersoorten die ik in mijn bezit heb en heb gehad.

Onderstaande soorten heb ik in mijn bezit:

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Sirtalis Sirtalis Black (een natuurlijke kleur)
  2. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Sirtalis Infernalis
  3. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Sirtalis Tetrataenia

Onderstaande soorten heb ik in het verleden gehad:

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Radix Haydeny
  2. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Brachystoma
  3. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Butleri
  4. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Marchianus
  5. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Sauritus Proximus
  6. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Sirtalis Parientalis
  7. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Sirtalis Semifaciata
  8. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis Sirtalis Similis

Verspreiding

Thamnopissen komen voor vanaf midden Canada, door heel de USA en Mexico tot aan het Panama-Kanaal, dus bijna heel Noord-Amerika. In dit gebied komen ze voor van Noord tot Zuid en van Oost tot west. Er zijn ook groepen, soorten en ondersoorten, die geïsoleerd voorkomen zoals T. sirtalis tetrataenia in een klein geïsoleerd gebied bij San-Francisco voorkomt evenals de T. sirtalis sirtalis Black die ook geïsoleerd voorkomt, vandaar die zwarte kleur die voorkomt bij dieren die door natuurlijke inteelt donkerder worden. ZOALS U HIER BOVENKUNT LEZEN IS HET EEN ALGEMEEN VOORKOMENDE SLANG IN NOORD-AMERIKA.

Beschrijving

Thamnophissen zijn geen overdreven grote dieren. Hun lengte varieert van ca 40 cm voor de kleine soorten, zoals butleri en brachystoma, tot ca 130 cm voor de grotere soorten, zoals parientalis. Er is meestal ook een verschil in grote tussen de mannen en vrouwen, de vrouwen zijn over het algemeen groter en forser van bouw. De meeste soorten zijn voorzien van drie lengte strepen waarvan er een midden over de rug loopt en aan elke zijkant. Er zijn individuen, soorten en ondersoorten waarbij de strepen slecht, gedeeltelijk of helemaal niet te zien zijn. De kleur varieert dusdanig van soort, ondersoort en individu dat er geen echte algemene kleurbeschrijving mogelijk is. Tevens is het vaak moeilijk soorten en ondersoorten van elkaar te onderscheiden. Ook bij officiële erkende ondersoorten heb ik nog wel eens mijn twijfel of het om een ondersoort of een kleurslag gaat. Voor de determinatie ga ik er maar van uit dat de „doctoren” weten waar ze het over hebben. THAMNOPHISSEN zijn zogenaamde waterminnende slangen dit houdt in dat deze dieren zich rond, en soms in, het water ophouden, dit heeft uiteraard ook te maken met het voedsel dat Thamnophissen eten. Het zijn dus geen waterslangen, zoals wel eens beweerd wordt.

Voedsel

De voeding in de natuur bestaat hoofdzakelijk uit vis, kikkers, salamanders, slakken en wormen. Zelf geef ik ze hoofdzakelijk spiering met het vitamine preparaat Carmix er overeen gestrooid en een enkele keer, meestal de grotere vrouwen, een halfwas of nestmuisje als afwisseling, hierbij moet het muisje wel met vis worden ingesmeerd. De spiering die ik voer is zoetwaterspiering. Het voeren van zoetwater vis is van belang omdat anders er een grootte kans bestaat voor het krijgen van een gebrek aan vitamine B1 (Zwart,1981). Ik heb ook jaren het vitamine preparaat Gistocal met succes gebruikt. De reden dat ik tegenwoordig Carmix gebruik is dat de samenstelling van Carmix beter is afgestemd op reptielen dan Gistocal die toch meer bedoeld is voor grotere dieren met een groter botten stelsel, dit is vooral te merken aan de grootte hoeveelheid kalk in Gistocal. Uiteraard hebben slangen ook kalk nodig maar niet in die grote hoeveelheden, de meeste kalk komt binnen door het eten van de prooidieren. Hierbij wil ik wel opmerken dat ik nooit schadelijke effecten heb bemerkt met het voeren met het vitamine preparaat Gistocal. Buiten het bovenstaande was het mij vroeger moeilijk om aan Carmix te komen in kleine hoeveelheden, dan praat ik tot ca 5 jaar terug daarvoor had ik er nog nooit van gehoord.

Huisvesting

Het totale terrarium waar ik mijn dieren in huisveste was 265 X 185 X 60 CM (L X H X D) en is gemaakt van geplastificeerd spaanplaat. Het terrarium was in diverse compartimenten ingedeeld variërend in lengte van vijftig tot honderdtien cm lang. In de nieuwe situatie begin 1995 zullen de terrariums in grootte variëren van zeventig tot honderdtien cm lang en ca 30 cm hoog en zestig cm diep. De reden van de wijziging in maten van de terrariums is dat er eind januari 1995 een dakkapel geplaatst is op zolder en dat ik een aparte kamer heb gebouwd die kleiner is, 220×200 (LxB), dan de ruimte waar ik voorheen het terrarium had staan. Doordat de ruimte kleiner is was ik min of meer genoodzaakt om de terrariums lager te maken om de dieren toch een zo groot mogelijk vloer oppervlak te geven, daarbij is mij opgevallen in de loop der jaren dat Thamnophissen geen echte klimmers zijn. De verlichting bestaat hoofdzakelijk uit SL-lampen, de zogenaamde spaarlampen (jampotglazen). Het onderwerp verlichting wordt uitgedieptbij de voortplanting. Als bodembedekking gebruik ik al jaren zaagsel. Ik heb vele ondergronden geprobeerd van zijl tot grint van zand tot turf maar zaagsel heeft mijn voorkeur. Het grote voordeel van zaagsel is het goede absorptie vermogen. Dit vind ik van groot belang daar Thamnophissen door het lichtverteerbare voedsel vrij vochtige ontlasting hebben in tegenstelling met muizen etende slangen. Verder heb ik als inrichting takken, stenen en kunstplanten. Zeker mag niet vergeten worden een schuilgelegenheid en een redelijke waterbak, 15×30 CM, dit is uiteraard afhankelijk van de soort en grootte van de dieren.

Voortplanting

Om de voortplanting van Thamnophissen te stimuleren deed ik in het verleden niet veel bijzonders zeker niet in mijn begin periode toen had ik de mannen en vrouwen zomer en winter bij elkaar en de hoeveelheid licht/warmte bleef onveranderd, de lamp was zowel voor het licht als voor warmte. Daarna heb ik een aantal jaren geëxperimenteerd met de lichtintensiteit, zomers ca 12 uur en in de winter ca 4 uur. Hierbij constateerde ik dat op het moment dat de lichtintensiteit toenam de soms de mannen seksueel actiever werden. Ook in deze periode had ik de mannen en vrouwen het hele jaar door bij elkaar. De laatste jaren heb ik op een iets andere manier geëxperimenteerd met lichtintensiteit en met warmte. In de zomer had ik de dieren, mannen en vrouwen bij elkaar, op 12 uur licht en er werd bij verwarmt door middel van een gloeilamp gedurende maximaal vier uur. In de winter werd het licht en de warmtebron tot het nul punt gereduceerd in een tijdsbestek van een maand. Hierbij moet ik wel opmerken dat in de gehele periode, al die jaren, de dieren in de huiskamer werden gehouden. Van alle van de hierbovenstaande soorten paringsstimuli heb ik bijna alle jaren jongen gehad, dit duid er voor mij op dat Thamnophissen niet erg gevoelig zijn voor stimuli om te paren. De dieren worden bij mij in groepen variërend van vier, 2-2, tot zeven, 2-5, dieren bij elkaar gehouden, zoals uit het voorgaande kan worden opgemaakt, de dieren verschillen in de meeste gevallen ook van leeftijd, tevens wil ik opmerken dat op een enkel dier na al mijn dieren nakweek zijn is en de meeste zelf heb opgekweekt, het aantal is afhankelijk van de soort Thamnophis en de ruimte in het desbetreffende terrarium. Er is geen directe reden dat ik meerdere dieren in een terrarium houd al zij het wel dat ik het risico van overlijden en geen ander volwassen exemplaar achter de hand wil hebben zo klein mogelijk wil maken. De voortplanting van Thamnophissen gaat net zoals de meeste andere slangen soorten (voor geslachtsonderscheid zie tekening). De man kruipt op het vrouwtje en probeert zijn cloaca op die van het vrouwtje te drukken en een van zijn hemipenissen, afhankelijk van hoe de man op de vrouw ligt, in te brengen. Na een geslaagde paring zal na drie tot vier maanden de jongen geboren worden. Thamnophissen zijn eierlevendbarend, dat wil zeggen dat de jongen volgroeid geboren worden en in een eivlies zitten alwaar ze vrijwel direct uit kruipen. Het grote voordeel hierbij vindt ik dat men geen eieren hoeft uit te broeden in een broedstoof. Een worp kan variëren tussen de tien en vijftig stuks. Het aantal en de grootte van de jongen is afhankelijk van de soort en leeftijd van de ouder dieren.

Jongen

De jongen zijn bij hun geboorte tussen de 10 en de 20 cm lang. Over het opkweken en verzorgen van jongen kan ik heel kort zeggen dat ik alle jongen voer met een combinatie van vis, spiering, en wormen in kleine stukjes gesneden en daardoorheen CARMIX gestrooid. Om wormen klein te snijden gooi ik ze in een bakje met heet leidingwater, tevens heeft dit als voordeel dat de meeste bacteriën worden gedood. Uiteraard zijn de stukjes zo klein dat het voor de jongen als „eenhaps” stukjes naar binnen kunnen gaan. Het is van belang om de stukjes zo klein mogelijk te houden omdat, in mijn geval, meerdere jongen in een terrarium worden gehouden en de kans op vechten en het eventueel opeten van elkaar tot een minimum te beperken. Het opeten van elkaar, kannibalisme wil ik het niet noemen, is niet expres maar het „denken” dat de ene slang een prooi is en daardoor naar die slang hapt en indien hij beet heeft gewoon dooreten of ieder aan een kant van een prooi en gewoon door eten waardoor de grootste slang de kleinste opeet. Dit komt heel sporadisch voor, meestal laat een van beide dieren op tijd los. Ook bij mij is het wel helaas wel eens voorgekomen dat er een dier op deze manier is verdwenen, maar in al die jaren is het aantal op een hand te tellen.

Tot slot

Hierbij hoop ik dat er nog meer Thamnophisliefhebbers zullen komen die net as ik veel plezier aan deze dieren zullen beleven. Zijn er nog vragen naar aanleiding van dit artikel dan kunnen zij gerust contact met mij opnemen

Literatuur

In de loop van de ca 20 jaren dat ik Thamnophissen bezit heb ik zoveel informatie gelezen dat ik niet meer weet waar ik het een en ander heb gelezen. De literatuur die ik heb gelezen is veelal in het buitenlands, Engels en Duits.

THAMNOPHIS KWEEK „NIEUWE STIJL” Auteur: J. van het Meer, Chopinpad 34, 1323 RZ, Almere, Tel. 036-5361243.

Inleiding

Zoals in een eerder artikel over Thamnophissen dat door mij was geschreven had ik in de voorgaande jaren niet veel bijzonders gedaan om mijn dieren te laten aren. De voorgaande jaren had ik „geëxperimenteerd” met licht en warmte.Vanaf Februari 1995 ben ik met een, voor mij, nieuwe stijl van kweken begonnen. Deze „nieuwe stijl” van kweken kon doordat ik vanaf Februari 1995 een aparte uimte/kamer tot mijn beschikking heb, er is eind Januari een dakkapel op de zolder geplaatst, om de dieren te huisvesten. Voorheen had ik geen behoefte om op deze manier te kweken. De reden hiervan was dat de dieren altijd in de huiskamer of zijkamer waren gehuisvest. Het gedurende kortere of langere tijd kijken naar lege terraria trok mij niet. Nu mijn dieren niet meer direct in het zicht zijn heb ik er minder problemen mee om ze in winterrust te laten

gaan. Tevens heb ik meteen van deze gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal vragen, die ik al enige jaren had, voor mijzelf te beantwoorden. Op enkele van deze vragen lopen de meningen nogal uiteen. De vragen luiden als volgt:

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    wanneer zijn de dieren parings bereid zijn.
  2. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    is een paring voldoende.
  3. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    is de winterrust zinvol voor Thamnophissen.

Hieronder zal het een en ander worden beschreven van wat ik zoal gedaan heb, wat de resultaten zijn en of ik op mijn vragen een antwoord heb gekregen.

Winterrust

Twee weken voor de winterrust, half Januari, ben ik gestopt met voeren, zodat de dieren met een lege maag aan hun winterrust kunnen beginnen. De problemen die zich eventueel kunnen voordoen als er voedselresten in de maag blijven zitten kunnen de volgende zijn:

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    gasophoping door het rotten van voedselresten, dit kan de dood tot gevolg hebben.
  2. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    het uitbraken van de prooi, dit is uiteraard ook niet bevorderlijk voor het dier.

Alle dieren zijn vanaf eind Januari tot eind Maart in winterrust geweest, twee maanden. Tijdens de winterrust zijn de dieren in hun eigen terrarium gebleven. Dit vindt ik persoonlijk de makkelijkste oplossing vooral omdat ik de controle op de dieren makkelijker vindt. Tijdens deze rustperiode hebben de dieren continu water tot hun beschikking gehad. De temperatuur in deze periode was tussen de 10 en de 17 graden celcius, deze ruimte/kamer is redelijk koel te houden en alleen op warme dagen ging het kwik de naar de 17 graden celcius.

Sommige dieren waren op die „warme” dagen redelijk actief, maar gingen weer in rust als het koeler werd. De mannen en de vrouwen zijn gedurende de hele rustperiode gescheiden van elkaar geweest. Eind Maart heb ik de dieren weer langzaam uit hun winterrust gehaald en de eerste dieren begonnen begin April al weer te eten.

Licht

In mijn terraria gebruik ik SL spaarlampen, dit zijn energie zuinige lampen die voldoende licht geven. Twee weken voordat ik stopte, begin Januari, met voeren ben ik begonnen met het afbouwen van de lichtintensiteit. Dit hield in dat ik in een periode van ca een maand het licht terug bracht van 10 uur naar 0 uur. Helaas heb ik geen gegevens meer van wanneer en op welke tijdstippen de lichtintensiteit is afgebouwd. Gedurende de hele winterrust is het licht uit geweest met als enige lichtbron het buitenlicht. Het afdekken, donker maken, van de terraria, wat sommige liefhebbers wel doen, wordt door mij niet gedaan

omdat ik het niet nodig acht. Ook hierdoor wordt de controle op de

dieren makkelijker. Aan het einde van de winterrust wordt het licht in een maand tijd weer opgevoerd tot 10 uur. Het opvoeren van de lichtintensiteit

gebeurt, net zoals bij het afbouwen, in blokken van twee uur per keer.

Hieronder volgt een overzicht wanneer en op welke tijdstippen ik de

lichtintensiteit heb opgevoerd.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    03-03-95 licht twee uur aan (12.00-14.00 uur)
  2. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    08-03-95 licht vier uur aan (12.00-16.00 uur)
  3. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    16-03-95 licht zes uur aan (10.00-16.00 uur)
  4. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    25-03-95 licht acht uur aan (10.00-18.00 uur) tevens de tijdschakelaar op zomertijd gezet
  5. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    02-04-95 licht tien uur aan (09.00-19.00 uur)

De gehele zomer zal deze lichtintensiteit zo blijven totdat de dieren weer in winterrust gaan. Bij de volgende winterrustperiode zal het hele ritueel weer van voren af aan beginnen.

Warmte

De terraria worden niet extra verwarmt door b.v. warmtematjes of extra lampen. Wel is het zo dat de SL-spaarlampen een geringe warmte afgifte hebben waardoor het in de terraria ca drie graden warmer is dan in de ruimte/kamer waar de terraria staan. De ruimte zelf wordt vanaf het eerste moment dat de dieren uit winterrust komen verwarmt door een radiator, C.V., die de ruimte/kamer dag en nacht niet beneden de twintig graden celcius laat komen. Als in de zomer de temperatuur buiten omhoog gaat zal ook de temperatuur in de ruimte/kamer mee omhoog gaan. Dit houdt uiteraard ook in dat de temperatuur in de terraria

omhoog gaan. Hieruit zal u begrijpen dat de temperatuur in de terraria, zowel s'nachts als overdag, niet beneden de twintig graden celcius komt en de hoogte van de temperatuur zeer variabel kan zijn. De afgelopen zomer werden overdag zelfs waarden van vijfendertig graden en hoger gemeten. In de zomer waren er soms dagen waarop de verlichting in de terraria, door mij, werd uitgeschakeld om toch de temperatuur niet al te hoog doen oplopen.

Paringen

In de maand April/Mei zijn de mannen bij de vrouwen gezet en hebben er paringen plaats gevonden. De paringen duurden, afhankelijk van de interesse van de mannen, 30 tot 90 minuten. Indien er geen of nauwelijks interesse was werden de man/mannen weer verwijdert en werden naar een paar dagen weer opnieuw bij de vrouw/vrouwen geplaatst. Dit net werd zo vaak herhaald totdat bijna alle dieren hadden gepaard. Helaas waren sommige vrouwen niet paringsbereid en werd er na eind Mei gestopt met het plaatsen van de mannen bij deze vrouw/vrouwen. Hieronder zal ik de paringen beschrijven zoals ik die heb waargenomen.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis sirtalis sirtalis black.

De paringen bij de Thamnophis sirtalis sirtalis black waren zeer fel en duurden ca 30 minuten. De dames in kwestie hielden in alle drie de gevallen hun staart omhoog en zodat hun cloaca open ging staan daar de hemipenis van de man makkelijk naar binnen kon. Bij twee van de drie paringen waren de vrouwen net verveld. Bij de vrouw die niet was verveld duurde het iets langer voordat ze paringsbereid was.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis sirtalis similis.

Bij de Thamnophis sirtalis similis daarentegen verliep bij de ene vrouw de paring rustig en daar is mij ook niks bijzonders opgevallen, zij het dat de man al het werk moest doen. De medewerking van deze vrouw was niet zo enthousiast als bij de Thamnophis sirtalis sirtalis black. De andere vrouw weigerde te paren, voor zover ik het kan inschatten heeft zij sperma opgeslagen van 1994 en die gebruikt om

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis marcianus.

De Thamnophis marcianus hebben de beide mannen gedurende de maanden April en Mei bij de vrouwen gezeten en daardoor heb ik helaas geen paringen kunnen waarnemen. Dit had te maken dat de mannen geen interesse hadden in de vrouwen.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis sirtalis semifaciata.

Bij de Thamnophis sirtalis semifaciata heb ik bij twee vrouwen een paring gehad net na de vervelling waarvan de ene vrouw bereidwilliger was dan de andere. De derde vrouw is wel bij de mannen geweest maar daarbij heb ik geen paringen waargenomen.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis sirtalis parientalis.

De mannen zijn diverse malen bij de vrouwen gezet maar er was geen of nauwelijks sexuele activiteit bij de mannen. Het maakte ook niet uit of ze net waren verveld of niet. Op de Thamnophis marcianus na, dit kon ik niet controleren, had ik bijna alle vrouwen een keer laten paren, onder een succesvolle paring versta ik een paring waarbij de man, met zijn hemipenis, vast zit aan de vrouw en bij het loslaten van elkaar de man geen interesse meer heeft in deze vrouw.

Nakweek

Bijna alle vrouwen hadden in 1995 gejongd, ook enkele vrouwen die niet hadden gepaard. De vrouwen die niet hebben gepaard hebben gebruik gemaakt van spermaopslag. Tevens waren alle vrouwen en mannen volwassen, geslachtsrijp. De leeftijd van de vrouwen en mannen was twee jaar of ouder. Hieronder volgen de kweekresultaten over 1995.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis sirtalis sirtalis black.

Vrouw 1) 02-07-95 05 jong, 08 ei, 07 dood.

Vrouw 2) 07-07-95 10 jong, 05 ei, 01 dood.

Vrouw 3) 10-07-95 01 jong, 07 ei, 00 dood.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis sirtalis similis.

Vrouw 1) 21-01-95 14 jong, 03 ei, 07 dood.

Vrouw 1) 20-07-95 08 jong, 10 ei, 01 dood.

Vrouw 1) heeft twee keer geworpen in 1995.

Vrouw 2) 04-08-95 19 jong, 00 ei, 01 dood

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis marcianus.

Vrouw 1) 01-07-95 07 jongen, 03 ei, 00 dood.

Vrouw 2) 13-07-95 07 jongen, 00 ei, 07 dood.

Vrouw 2) bij de dode jongen zat een albino exemplaar.

Vrouw 3) 14-08-95 05 jongen, 00 ei, 09 dood.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis sirtalis semifaciata.

Vrouw 1) 15-06-95 01 jong, 00 ei, 00 dood.

Vrouw 1) 18-06-95 32 jong, 00 ei, 00 dood.

Vrouw 1) heeft in twee etappes geworpen.

Vrouw 2) 11 jong, 04 ei, 01 dood, 01 mismaakt.

Vrouw 3) 15 jong, 00 ei, 00 dood.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Thamnophis sirtalis parientalis.

Vrouw 1) 01 jong, 00 ei, 00 dood.

Vrouw 2) niet geworpen.

Vrouw 3) niet geworpen.

Conclusie

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Enkele mannen hebben in sommige gevallen twee of drie vrouwen bevrucht, dit kan misschien consequenties hebben voor de kwaliteit van het sperma.
  2. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Het aantal paringen bij de Thamnophis marcianus was niet te controleren.
  3. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    De paringsdrift van de mannende en de paringsbereidheid van de vrouwen is nogal wisselend, maar over het algemeen zijn de dieren direct na de winterrust bereidwillig. Hierbij wil ik wel opmerken dat de vrouwen die net verveld waren het meest paringsbereid waren en de mannen waren in de meeste gevallen actiever om te paren.-Een paring is voldoende om nakweek te krijgen waarbij opvalt dat aantal jongen iets lager is dan voorgaande jaren. Dit kan ook door

omstandigheden komen alwaar ik geen invloed op heb zoals b.v. de zeer hoge temperatuur van de afgelopen zomer.

  1. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Het aantal onbevruchte eieren was niet veel hoger dan in andere jaren, maar het aantal dode/niet goed ontwikkelde jongen was daarbij wel iets hoger.
  2. https://www.ter.nl/animalpedia_prj/lib/tpl/gina-fso2/images/dot.gif); margin-left: -25px;">
    Hierbij is voor mij duidelijk dat een winterrust voor de bovenstaande Thamnophis soorten niet echt noodzakelijk is om te kweken. Hierbij wil ik wel opmerken dat dit een verslag is over een seizoen en dat de uitslag over meerdere seizoenen misschien anders uitvallen.

Toekomst

In de toekomst ga ik door met de dieren in winterrust te houden, de winterrust periode wordt langer, ca. drie maanden. Dit heeft betrekking met andere langen soorten, geen Thamnophissen, die ik in mijn bezit heb. Tevens zal ik de mannen gedurende een maand bij de vrouwen laten zitten en ze daarna weer scheiden zodat er eventueel meerdere paringen kunnen plaatsvinden. Hierdoor wil ik proberen of het aantal onbevruchte eieren en dode/niet volgroeide jongen kan worden gereduceerd.

Tot Slot

Het is opvallend dat een paring, in sommige gevallen zelfs spermaopslag, voldoende is om nakweek te krijgen. Dit geeft maar aan dat er met de bovenstaande Thamnophis soorten en misschien wel alle Thamnophissoorten relatief makkelijk te kweken is, hierbij ga ik er uiteraard wel van uit dat de dieren goed worden verzorgd en gehuisvest. Zijn er nog vragen of opmerkingen omtrent dit artikel dan sta ik hiervoor open.