1

Latijnse naam: lampropeltis triangulum sinaloae. Nederlandse naam: Sinaloa melkslang. Land van herkomst: De Sinaloa melkslang leeft in de dorre, droge en rotsachtige semi-woestijn gebieden in het zuidwesten van de V.S. en het Noorden van Mexico. Ze worden vaak gevonden overdag rustend onder de losse stenen, in rotsspleten of onder cactussen en andere plekken waar ze weg kunen kruipen. In de gebieden dicht bij de steden en dorpen worden ze ook gevonden in schuren en onder stapels hout en andere door de mens verspreide materialen. Grootte: Tt 120 cm. Gewicht: Leeftijd: 16 jaar

Kleur man / vrouw: De Sinaloa melkslang is overwegend rood met witte, crème-gekleurde of gelige ringen binnen de zwarte banden. Het aantal ringen / banden liggen tussen de 10 en de 16 stuks in aantal. De rode ringen zijn begrenst aan de rand van de ventrals door zwarte pigment, waardoor het centrum van de triade (op de ventrale zijde) met een romige witte. De Sinaloa melkslang is gemakkelijk te onderscheiden van de andere ondersoorten als gevolg van de zeer brede rode banden. De banden zijn breder dan die van vele andere ondersoorten tot wel drie keer de beedte van de zwarte en witte ringen samen. De kop is zwart met een dunne gele of crème-kleurige band net achter de ogen over de bovenkant van het hoofd. De buik is gelig of romig wit tot wit.

Kweek: De paring vind plaats van begin mei tot eind juni, soms later n het jaar nog een keer als de omstandigheden goed zijn. De winterrust is van november tot februari. Het vrouwtje legt een gemiddelde van 5-15 langwerpige eieren in of onder rottend hout, stenen en rottende vegetatie. De eieren komen uit na 64 dagen bij een temperatuur van 27-28°C.

Behuizing: Deze soort wordt als groep gehouden in een terrarium met de afmetingen: L=190cm B=90cm en H=140cm. Als bodembedekking wordt gebruik gemaakt van zand en calsi-zand. Een gezandstraalde druiventak geeft de slangen de mogelijkheid om te klimmen, wat ze echter heel zelden doen. Verder schuilgelegenheden en verrdere sobere aankleding. Dit om zoveel mogelijk het biotoop na te bootsen. De waterbak wordt bewust aan de kleine kant maar wel groot genoeg om in te kunne liggen. Ze gebruiken de waterbak overging weinig om in te liggen.

Temp/ Luchtvochtigheid: Een dagtemperatuur van 28°C en een nachttemperatuur van 22°C. Tijdens de zomermaanden kan deze temperatuur wel een 2 à 3 graden hoger liggen.

Voeding: Vogels, (veld)muizen, eieren van schildpadden, insecten, woel-ratten/muizen en andere kleine knagers.