Benodigde ruimte
Wolven, Hyenahonden 100 m2 per koppel, voor elk dier meer 10 m2. Rode honden 60 m2 per koppel met jongen. Manenwolven 60 m2 per koppel met jongen. Jakhalzen 40 m2 per koppel met jongen. Vossen, wasbeerhonden 20 m2 per koppel met jongen. Lepelhonden, Boshonden 20 m2 per koppel met jongen. Steppenvossen 10 m2 per koppel met jongen. Woestijnvossen 6 m2 per koppel met jongen.
Klimaat
Winterharde soorten hebben schuilplaatsen nodig. Deels winterharde soorten hebben een binnentemperatuur nodig van boven de 12 C. Honden van tropische afkomst kunnen, na een gewenningperiode, het gehele jaar in buitenverblijven worden gehouden, mits zij vrije inloop hebben in de verwarmde binnenhokken (boven 18 C).
Inrichting van het verblijf
Deels de natuurlijke ondergrond en deels zand (dit voor de verzorging). Noodzakelijk zijn plaatsen waar de dieren zich aan het oog van de toeschouwer kunnen onttrekken dmv. boomstammen, rotsen, struiken e.d. Meerdere nachthokken voor slaapgelegenheid en werpen zijn aan te bevelen. Voor boshonden is een zwemgelegenheid aan te bevelen. De omheining moet aan de bovenzijde naar binnen overhellen, maar kan ook uit gladde wanden of een gracht bestaan. Kleine soorten zoals vossen en jakhals klimmen en nagenoeg alle soorten graven. De omheining moet daarom een fundering hebben. Bij alle soorten zijn nachthokken nodig die wat hun afmeting betreft aangepast moeten zijn aan de grootte van het dier.
Sociaal gedrag
De wolf, hyenahond en rode hond leven in troepen met een strikte rangorde. De meeste andere soorten leven in familieverband van waaruit de jongen worden verjaagd. Veel hondachtigen zijn monogaam en leven met een partner.
Voeding
Voor grote soorten vlees met botten of gehele voederdieren. Voor de kleine soorten hoofdzakelijk vers gedoodde hele voederdieren of gehakt met toegevoegd vitaminen en mineralen. Manenwolven en boshonden hebben zeer gevarieerd voedsel nodig (naast kleine dieren ook, vis, eieren, groente en fruit). Het is mogelijk de dieren 1 dag per week te laten vasten.
Vangst en transport
Vangen met een (schep) net of verdoven met een verdovingsmiddel (immobiliseren). De dieren moeten afzonderlijk vervoerd worden. De kisten moeten dusdanig groot zijn dat de dieren kunnen liggen en rechtop kunnen staan. Kisten voor wolven en hyenahonden moeten van binnen met metaal bekleed zijn.
Nederlandse naam: Zandvos Latijnse Naam: Vulpes rueppellii.
Benodigde ruimte
Wolven, Hyenahonden 100 m2 per koppel, voor elk dier meer 10 m2. Rode honden 60 m2 per koppel met jongen. Manenwolven 60 m2 per koppel met jongen. Jakhalzen 40 m2 per koppel met jongen. Vossen, wasbeerhonden 20 m2 per koppel met jongen. Lepelhonden, Boshonden 20 m2 per koppel met jongen. Steppenvossen 10 m2 per koppel met jongen. Woestijnvossen 6 m2 per koppel met jongen.
Klimaat
Winterharde soorten hebben schuilplaatsen nodig. Deels winterharde soorten hebben een binnentemperatuur nodig van boven de 12 C. Honden van tropische afkomst kunnen, na een gewenningperiode, het gehele jaar in buitenverblijven worden gehouden, mits zij vrije inloop hebben in de verwarmde binnenhokken (boven 18 C).
Inrichting van het verblijf
Deels de natuurlijke ondergrond en deels zand (dit voor de verzorging). Noodzakelijk zijn plaatsen waar de dieren zich aan het oog van de toeschouwer kunnen onttrekken dmv. boomstammen, rotsen, struiken e.d. Meerdere nachthokken voor slaapgelegenheid en werpen zijn aan te bevelen. Voor boshonden is een zwemgelegenheid aan te bevelen. De omheining moet aan de bovenzijde naar binnen overhellen, maar kan ook uit gladde wanden of een gracht bestaan. Kleine soorten zoals vossen en jakhals klimmen en nagenoeg alle soorten graven. De omheining moet daarom een fundering hebben. Bij alle soorten zijn nachthokken nodig die wat hun afmeting betreft aangepast moeten zijn aan de grootte van het dier.
Sociaal gedrag
De wolf, hyenahond en rode hond leven in troepen met een strikte rangorde. De meeste andere soorten leven in familieverband van waaruit de jongen worden verjaagd. Veel hondachtigen zijn monogaam en leven met een partner.
Voeding
Voor grote soorten vlees met botten of gehele voederdieren. Voor de kleine soorten hoofdzakelijk vers gedoodde hele voederdieren of gehakt met toegevoegd vitaminen en mineralen. Manenwolven en boshonden hebben zeer gevarieerd voedsel nodig (naast kleine dieren ook, vis, eieren, groente en fruit). Het is mogelijk de dieren 1 dag per week te laten vasten.
Vangst en transport
Vangen met een (schep) net of verdoven met een verdovingsmiddel (immobiliseren). De dieren moeten afzonderlijk vervoerd worden. De kisten moeten dusdanig groot zijn dat de dieren kunnen liggen en rechtop kunnen staan. Kisten voor wolven en hyenahonden moeten van binnen met metaal bekleed zijn.
Kleur man
Lange grijs- tot geelbruine vacht met zwarte haarpunten en zwart 'wasbeermasker', slanke donkere poten. Onder de lange soms licht-donker gestreepte haren ontwikkelt zich in oktober tot december een dikke donsvacht. Omdat de hond dan ook meer eet om zich op de winter voor te bereiden, lijkt hij in die maanden twee keer zo dik te worden. Ook witte kleur is bekend.
Kleur vrouw
Lange grijs- tot geelbruine vacht met zwarte haarpunten en zwart 'wasbeermasker', slanke donkere poten. Onder de lange soms licht-donker gestreepte haren ontwikkelt zich in oktober tot december een dikke donsvacht. Omdat de hond dan ook meer eet om zich op de winter voor te bereiden, lijkt hij in die maanden twee keer zo dik te worden. Ook witte kleur is bekend.
Hok
Voor één of twee honden is een terrein van minimaal 25 vierkante meter voldoende.Voor elke volgende hond ca 3 m2 meer.
Kweek
Paartijd rond februari-maart. Dracht 60-65 dagen. Gemiddeld 4-6 jongen, maar uitschieters tot 12 zijn mogelijk. De zoogperiode duurt slechts een maand. Seksuele volwassenheid na 9-11 maanden. Leeftijd in gevangenschap tot 10 tot 15 jaar jaar, in het wild 3-4 jaar.
Behuizing
Een hond die, mits hij de beschikking heeft over een droge slaapbox, zomer en winter dag en nacht buiten kan zijn (een op z'n kant liggende regenton, iets opgehoogd aan de achterkant tegen inlopend water, met de opening vlakbij een schutting of muur, zodat het niet inregent en de hond zich echt kan terugtrekken, is ideaal). Wasbeerhonden zijn slechte springers, en klimmen en graven ook niet geweldig. Een muurtje van een meter of een hek van 1.20 meter vormen een onneembare hindernis. Voor één of twee honden is een terrein van veertig vierkante meter ruim voldoende. Gewone honden zijn geen bezwaar. Katten zijn als er voldoende vluchtmogelijkheden zijn te snel voor wasbeerhonden. Als ze met rust gelaten worden zijn ze nooit agressief tegen mensen. Alleen plotselinge en foutieve benadering kan een bijtreactie tot gevolg hebben. Dit gevaar dreigt vooral bij jonge kinderen.
Temp/ Luchtvochtigheid
Wintervast maar een droog nachthok.
Voeding
Alles eters. Aan de plantaardige kant staan eikels, noten, bessen, zaden en vruchten op het dieet. Ook eieren worden niet versmaad. In gevangenschap is een basis van hondenbrokken met wat fruit (appel, druif, peer banaan) en een dagelijkse portie van 100 gram slachtafval, (of een paar vrieskuikens of verse sardines) een uitstekend menu. Bij sociaal geknabbel voor de buis wordt studentenhaver bijzonder op prijs gesteld.
Diversen
Chippen en de eerste enting, net zoals de huishond, gebeurd meestal na ca 6 weken. Zelfstandig zijn ze al naar 4 tot 6 weken.
Kweek 2005
Ondanks dat ze nog geen jaar oud waren werden er toch 7 pups geboren. Hiervan waren er 5 mannen en twee vrouwen. Van de 7 pups waren er 5 wildkleur en twee witten.
Benodigde ruimte
Wolven, Hyenahonden 100 m2 per koppel, voor elk dier meer 10 m2. Rode honden 60 m2 per koppel met jongen. Manenwolven 60 m2 per koppel met jongen. Jakhalzen 40 m2 per koppel met jongen. Vossen, wasbeerhonden 20 m2 per koppel met jongen. Lepelhonden, Boshonden 20 m2 per koppel met jongen. Steppenvossen 10 m2 per koppel met jongen. Woestijnvossen 6 m2 per koppel met jongen.
Klimaat
Winterharde soorten hebben schuilplaatsen nodig. Deels winterharde soorten hebben een binnentemperatuur nodig van boven de 12 C. Honden van tropische afkomst kunnen, na een gewenningperiode, het gehele jaar in buitenverblijven worden gehouden, mits zij vrije inloop hebben in de verwarmde binnenhokken (boven 18 C).
Inrichting van het verblijf
Deels de natuurlijke ondergrond en deels zand (dit voor de verzorging). Noodzakelijk zijn plaatsen waar de dieren zich aan het oog van de toeschouwer kunnen onttrekken dmv. boomstammen, rotsen, struiken e.d. Meerdere nachthokken voor slaapgelegenheid en werpen zijn aan te bevelen. Voor boshonden is een zwemgelegenheid aan te bevelen. De omheining moet aan de bovenzijde naar binnen overhellen, maar kan ook uit gladde wanden of een gracht bestaan. Kleine soorten zoals vossen en jakhals klimmen en nagenoeg alle soorten graven. De omheining moet daarom een fundering hebben. Bij alle soorten zijn nachthokken nodig die wat hun afmeting betreft aangepast moeten zijn aan de grootte van het dier.
Sociaal gedrag
De wolf, hyenahond en rode hond leven in troepen met een strikte rangorde. De meeste andere soorten leven in familieverband van waaruit de jongen worden verjaagd. Veel hondachtigen zijn monogaam en leven met een partner.
Voeding
Voor grote soorten vlees met botten of gehele voederdieren. Voor de kleine soorten hoofdzakelijk vers gedoodde hele voederdieren of gehakt met toegevoegd vitaminen en mineralen. Manenwolven en boshonden hebben zeer gevarieerd voedsel nodig (naast kleine dieren ook, vis, eieren, groente en fruit). Het is mogelijk de dieren 1 dag per week te laten vasten.
Vangst en transport
Vangen met een (schep) net of verdoven met een verdovingsmiddel (immobiliseren). De dieren moeten afzonderlijk vervoerd worden. De kisten moeten dusdanig groot zijn dat de dieren kunnen liggen en rechtop kunnen staan. Kisten voor wolven en hyenahonden moeten van binnen met metaal bekleed zijn.
Benodigde ruimte
Wolven, Hyenahonden 100 m2 per koppel, voor elk dier meer 10 m2. Rode honden 60 m2 per koppel met jongen. Manenwolven 60 m2 per koppel met jongen. Jakhalzen 40 m2 per koppel met jongen. Vossen, wasbeerhonden 20 m2 per koppel met jongen. Lepelhonden, Boshonden 20 m2 per koppel met jongen. Steppenvossen 10 m2 per koppel met jongen. Woestijnvossen 6 m2 per koppel met jongen.
Klimaat
Winterharde soorten hebben schuilplaatsen nodig. Deels winterharde soorten hebben een binnentemperatuur nodig van boven de 12 C. Honden van tropische afkomst kunnen, na een gewenningperiode, het gehele jaar in buitenverblijven worden gehouden, mits zij vrije inloop hebben in de verwarmde binnenhokken (boven 18 C).
Inrichting van het verblijf
Deels de natuurlijke ondergrond en deels zand (dit voor de verzorging). Noodzakelijk zijn plaatsen waar de dieren zich aan het oog van de toeschouwer kunnen onttrekken dmv. boomstammen, rotsen, struiken e.d. Meerdere nachthokken voor slaapgelegenheid en werpen zijn aan te bevelen. Voor boshonden is een zwemgelegenheid aan te bevelen. De omheining moet aan de bovenzijde naar binnen overhellen, maar kan ook uit gladde wanden of een gracht bestaan. Kleine soorten zoals vossen en jakhals klimmen en nagenoeg alle soorten graven. De omheining moet daarom een fundering hebben. Bij alle soorten zijn nachthokken nodig die wat hun afmeting betreft aangepast moeten zijn aan de grootte van het dier.
Sociaal gedrag
De wolf, hyenahond en rode hond leven in troepen met een strikte rangorde. De meeste andere soorten leven in familieverband van waaruit de jongen worden verjaagd. Veel hondachtigen zijn monogaam en leven met een partner.
Voeding
Voor grote soorten vlees met botten of gehele voederdieren. Voor de kleine soorten hoofdzakelijk vers gedoodde hele voederdieren of gehakt met toegevoegd vitaminen en mineralen. Manenwolven en boshonden hebben zeer gevarieerd voedsel nodig (naast kleine dieren ook, vis, eieren, groente en fruit). Het is mogelijk de dieren 1 dag per week te laten vasten.
Vangst en transport
Vangen met een (schep) net of verdoven met een verdovingsmiddel (immobiliseren). De dieren moeten afzonderlijk vervoerd worden. De kisten moeten dusdanig groot zijn dat de dieren kunnen liggen en rechtop kunnen staan. Kisten voor wolven en hyenahonden moeten van binnen met metaal bekleed zijn.